Rijmpjes en versjes uit de oude doos

Jan Huygen in de ton / Ooievaar lepelaar takkendief / Ben je boos pluk een roos

't Is in de vrouw, maar niet in de man / Rije rije rije in een wagentje

Iene miene mutte / A B C de kat gaat mee / Olke Bolke Rube Solke / Slaap kindje slaap

Hop hop hop, paardje in galop / Hummeltje tummeljte klom op de wagen / Tikke takke tonen

Klein klein muisje / In een groen groen knollenland

Luilak, beddezak, staat om negen uren op /Torentje, torentje, bussekruit/ Kool die koud is

Klein, klein kleutertje /Tik tak tol de boer die stal een knol / Amsterdam, die grote stad /Schuitje varen, theetje drinken

Er zaten zeven kikkertjes / Hop Marjanneke, stroop in't kanneke

Een twee kopje thee / Daar ging een mannetje over de brug / Jan, mijn man, wou ruiter woirden

Er zat een aapje op een stokje /Tante Nans zat op een gans / Heb je wel gehoord van de holle bolle wagen / Handje plak, ga naar de markt

Duimelot is In 't water gevallen / Naar bed, naar bed, zei Duimelot

Kom, laten we nog eens zingen / Waar ben je toch geweest? / Klikspaan, halve maan

Sint-Niklaasje bonne bonne bonne / Sinterklaas, die goede heer / Herder, laatje schaapjes gaan

A B C D E F G Meester de jongens nemen knikkers van me mee / Meester, mag ik naar huis toe gaan? /Daar gingen eens drie oude wijfjes

Eerst zo wit als was / Hoe laat is 't? / Daar was ereis een mannetje

Danderomdeine kwam van Brugge / Klop, klop, hamertje / Berend Botje ging uit varen